Klinkt heftig he, zo’n titel. Maar de vergelijking tussen burnout en een faillissement is zo gek nog niet.
Het lijkt wel een epidemie als je de grote hoeveelheid berichtgeving ziet over burn-out. Overal om je heen hoor je mensen die hier in meer of mindere mate mee te maken hebben.
Dat tijdige signalering hier heel belangrijk in is, staat als een paal boven water. Maar hoe kom je er achter of je op weg bent naar een burn-out?
Invullen op de stippellijn:
Wanneer ben je gewoon een beetje moe en wanneer is die moeheid iets waar de alarmbellen voor af horen te gaan? Wanneer is het voldoende om gewoon eens een dag uit te slapen en wanneer gaan die paar extra uurtjes slaap je niet meer helpen?
Eigenlijk zou je al eens naar je energieverbruik moeten gaan kijken op het moment dat je je die vraag stelt. Want hoe vaak gebeurt het niet dat je tegen jezelf zegt:
“Ik moet het wel even rustig aan gaan doen, maar niet vandaag want ik moet nog even snel … (vul maar in).”
“Morgen gaat het ook niet lukken want dan heb ik ….”
“Dit weekend hebben we natuurlijk eerst de verjaardag van…of de sportwedstrijd …”
“Het is het enige weekend dat we even de tijd hebben om de zolder aan te pakken of …”
Of ….
Zie je het patroon?
Testing 1 2 3
Doe voor de grap even mee: Pak je agenda en kijk wanneer je een dagje ‘uitrusten’ kunt inplannen…. Neem je tijd ik wacht wel even.
…
..
.
En? Gedaan?
Over hoeveel dagen zou je dat dagje kunnen inplannen voor jezelf? Dit weekend? Over een week? Of moet je misschien nog wel verder bladeren om een gaatje te vinden voor jezelf?
Gek is dat eigenlijk he. Tijd moeten inplannen voor jezelf. Maar als jij het niet doet, wie dan wel?
Energetische Verlies-Winst berekening
Een jaar of twee geleden heb ik bij een training van Psychodidact geleerd hoe je een energetische winst en verlies berekening (Heijen, Slaats) maakt. Een schema die je na het invullen duidelijk zou maken wat je (te) veel energie kostte en wat je energie zou opleveren. En of die twee wel voldoende in balans zouden zijn.
Die scorelijst vul je zelf helemaal in. Aan de hand van een x-aantal onderwerpen waar je een score aan geeft. Bijvoorbeeld: Gezondheid, Vrienden, Werk, School, Familie, Social Media enz. Daarna ga je iets anders doen en een uurtje later vul je de lijst nog eens in. Maar deze keer kijk je hoeveel energie de dingen je opleveren.
Deze twee scores leg je naast elkaar en dan kun je gaan kijken hoe het nu eigenlijk precies zit met jouw energiebalans.
Pfwah, nou dat zou ik wel even doen. Ik wist toch dat het wel goed zat. Ik had het gerust weleens druk met studie en en en. Maar ik zat zeker niet in een risico score. Joh dat was voor mensen die niet zo goed nee konden zeggen toch?
Toch?
Bankroet!
De metafoor die de docent toen gebruikte was een hele simpele: Als je een eigen bedrijf hebt weet je dat je zult moeten investeren. Er zijn periodes dat je meer in je bedrijf zal moeten stoppen dan je aan winst terugkrijgt. En omdat je een spaarpotje hebt hou je dat best een tijd vol. Je kan prima maanden (en sommige mensen zelfs jaren!) wat meer uitgeven dan dat er binnenkomt. Soms moet dat nu eenmaal om te groeien. Maar er komt een moment dat ook de bodem van de spaarpot in zicht komt. En dan?
Die conclusie is simpel en daar hoef je echt geen boekhouder voor te zijn;
Als die bodem bereikt is gaat je bedrijf failliet!
Zo werkt het ook met jouw energielevel. Alleen ga je niet financieel failliet, maar emotioneel. Je hebt meer gegeven dan je terugkreeg en dan ineens is je spaarpot leeg.
Persoonlijke faillissement
Laat het geen verassing zijn (ja voor mij toen dus wel) dat mijn energiebalans toendertijd behoorlijk uit het lood bleek te staan. Op het moment dat ik die harde cijfers van mijn eigen winst-verlies berekening voor me zag kwam het wel even flink binnen. Ik was blijkbaar al een hele tijd van mijn reserves aan het snoepen. Doorgaan op dezelfde voet zou betekenen dat ik weer in een burn-out zou raken. (Jep wéér.. In mijn jaren als jeugdhulpverlener heb ik er ook een mogen ervaren.)
Pas toen ik het zo duidelijk voor me zag, realiseerde ik me dat het stiekem ook wel zo aanvoelde. Al die ‘moetens’ die steeds meer mijn batterij leeg trokken en hoe relatief weinig dingen ik had om die batterij weer te vullen.
Ik heb toen de beslissing genomen om op een aantal gebieden de “moet’ te veranderen in ‘kan’. Alleen al door dat woord te vervangen voelde ik al een verschil.
Mijn tip voor nu:
Om een goed beeld te krijgen van waar je je energie instopt en waar je het weer uit haalt kan het erg verhelderend zijn om eens die balans op te maken. Wat kost je energie en wat geeft je energie? Heb oog voor die bodem van jouw spaarpotje!
Ik kan het je aanraden!